Blackjack: zo werkt de basisstrategie

Beste Belgische casino's

Blackjack is wereldwijd één van de meest gespeelde casinospellen. De regels zijn vrij eenvoudig waardoor zowel beginnende als ervaren spelers kunnen genieten van het spel. Het doel van blackjack is om met uw kaarten zo dicht mogelijk bij de 21 te komen. Daarbij moet u de dealer zien te verslaan. Gaat u over de 21 heen dan heeft u automatisch verloren. Zo op het eerste oog lijkt het een kwestie van geluk of u het spel wint of verliest. U heeft immers geen enkele invloed op de kaarten die u krijgt uitgereikt. Toch is het belangrijk om een goede basisstrategie te ontwikkelen. Hiermee kunt u uw winkansen behoorlijk vergroten.

Wat bereikt u met een basisstrategie voor blackjack?

Een basisstrategie helpt u om betere keuzes te maken. Want dat is waar het eigenlijk om draait bij blackjack. Is het slim om nog een extra kaart te vragen of kunt u beter genoegen nemen met de serie die op tafel ligt? De basisstrategie bestaat uit een aantal richtlijnen waardoor u een goed onderbouwde beslissing kunt maken. U speelt het spel dus niet meer op basis van uw intuïtie. U vertrouwt nu puur op een strategie.

Richt u op de kaarten van de dealer

Beginnende spelers zijn vooral bezig met hun eigen spel. Ze tellen fanatiek hoeveel punten ze bij elkaar hebben gesprokkeld en op basis daarvan maken ze een beslissing. Maar daarmee vergeten deze spelers iets heel belangrijks, namelijk de kaarten van de dealer. Want of u wint of verliest is niet alleen afhankelijk van uw eigen kaarten. U speelt tegen de dealer. Dus de kaarten die bij hem of haar liggen, zijn minstens net zo belangrijk.

De kaarten van de dealer helpen u bij het maken van die ene cruciale beslissing: gaat u door of wilt u passen? U past natuurlijk alleen als u denkt dat u de dealer kunt verslaan met de kaarten die al voor u liggen. Stel uw totaal komt uit op 17 punten en de dealer staat op 16. Als u een extra kaart vraagt, is de kans groot dat u boven de 21 eindigt. En dat risico hoeft u helemaal niet te nemen.

Lage en hoge dealerkaarten

Bij blackjack is de dealer verplicht om een extra kaart te nemen als hij 16 punten of minder heeft. Bij 17 punten of meer moet de dealer echter passen. Door deze regels is het verloop van het spel voor een deel te voorspellen. En daarvoor kunt u dus terugvallen op de basisstrategie. Bij deze strategie wordt er gekeken naar de eerste kaart die de dealer aan zichzelf deelt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een lage dealerkaart (2 t/m 6) en een hoge dealerkaart (7 t/m 10 plus de Aas). Aan dit principe ligt een simpele theorie ten grondslag. Als de dealer begint met een lage kaart is de kans namelijk groter dat hij uiteindelijk teveel kaarten trekt. U heeft dus maar weinig nodig om te winnen. Bij een hoge dealerkaart moet u juist alles uit de kast halen. U moet risico nemen, anders verliest u het spel sowieso.

Moet u nu doorgaan of passen?

Oke, het is dus slim om de basisstrategie te volgen. Maar wanneer moet u nu precies passen en wanneer kunt u doorgaan? De regels zijn als volgt:

  • De dealerkaart is extreem laag (een 2 of 3): het is verstandig om te passen als u 13 punten of meer in eigen hand heeft. Komt het totaal lager uit, vraag dan nog maar een extra kaart.
  • De dealerkaart is relatief laag (een 4, 5 of 6): u past nu bij een puntenaantal van 14 of hoger.
  • De dealer heeft een goede eerste kaart (7 of hoger): u moet risico nemen. Daarom speelt u door tot u minimaal 17 punten in handen heeft.

De Aas heeft een uitzonderlijke positie in het spel. Deze kaart staat voor 1 of voor 11 punten. U beslist zelf welk puntenaantal het wordt. Spelers die over een Aas beschikken, kunnen het beste doorspelen tot de 18 punten. Doet u dit niet dan zal de dealer u waarschijnlijk verslaan.

Blackjack is en blijft een gokspel. Maar deze basisstrategie helpt u wel om betere beslissingen te maken. De kans dat u nu een mooi geldbedrag wint, neemt aanzienlijk toe.